My actual pleasure

Welcome to the dark side.

Magic/Psychology/Hardcore

Force of nature as mental control,

Knowledge that others do not have, leadership in mercy and compassion.

Prophets, storytellers, preachers, witches stand out from the crowd in society so to speak, they get things done and are not passive by nature.

These people are active in their own lives and in society.

Some people in society experience these individuals as messengers of a higher power solely through their strong personal presence,
Now things are going in a different direction, to continue writing this a blockage needs to be lifted.

According to the Book of Spells or Magic Words, you need the following things to cast a spell to release a creative block.

A black candle with holder.
A chisel or box cutter.
A piece of your own hair.
A lighter.
Piece of jute rope or yarn.
Time of execution:
At full moon.

Method of execution:

Scratch the nature of the blockage in the candle with the chisel or box cutter.
Place the candle in the holder and light it using the lighter.
Tie the strand of hair together with jute rope or yarn.
Burn the strand of hair in the flame of the candle.
Speak the following words.
I now have full access to my inspiration and creativity and my sexual being.
Breathe in and out slowly.

The spell has been spoken.

 

Does it matter to you or do you think never mind or don’t you dare?

 

Delicious and Glorious, oh yes, come to think of it these days.

Just let it happen.

Aan de kop zeuren

Aan de kop zeuren.

En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voort prevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.
Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.
Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse
Vader ook jullie vergeven.
Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.
Een voorbeeld of een gedachtegang een mindset dan wel een meditatie dit is meer bedoeld voor onze gemoedsrust dan een vraag aan de Aanwezige die weet immers al wat wij nodig hebben.
Wij moeten de Aanwezige niet aan het hoofd zeuren met onze pietluttige wensen maar als we zoeken naar steun, bemoediging en troost kunnen wij ons in stilte tot de Aanwezige wenden.
En als we bidden mediteren noemen kunnen wij misschien ook de rust vinden en onze gedachten orderen in onze gedachten en de woorden van Jezus gedenken komt tot mij allen die vermoeid en belast zijn .
Reisgebed (Gerard Reve)
O God.
Ik sta op het punt, op reis te gaan.
Ik weet niet, of het misschien mijn laatste reis is.
Ik wil U liefhebben.
Ik hoop, dat ik onderweg niemand enig ongeluk of
ander kwaad zal berokkenen.
Ik wil proberen niet, of veel minder, te drinken.
Ik sta voor U.
Ik weet dat ik, of ik veilig zal aankomen,
dan wel onderweg verwonding, ziekte of dood zal vinden,
altijd U toebehoor.
Want in leven en sterven zijt Gij in mij en ben ik in U.
Ik ga nu weg.
Vaarwel, o God.
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/24/HenriDeGreeve1946.jpg
 Henri de Greeve houdt zijn radiotoespraak in de studio van de KRO, voor de microfoon. 12 februari 1946, Hilversum
Deze Patproeve van een kerkelijk reisgebed stuurde Gerard Reve aan de redactie van De Nieuwe Linie, in de persoon van pater H. de Greeve (1892 – 1974). Aanleiding was dat De Greeve bij zijn overdenking van 28 Augustus 1965 had opgemerkt, dat slechts weinigen het itinerarium kennen, een vóór en tijdens de reis te bidden gebed. In de Rooms-Katholieke Kerk is itinerarium de naam voor het liturgisch reisgebed, bestaande uit de lofzang van Zacharias (Luc.I: 68-79) en verschillende andere gebeden.
In het reisgebed van De Greeve komen de citaten voor: ‘verleen ons een voorspoedige reis en kalm weder, opdat wij, door uw heilige engel vergezeld, behouden het doel onzer reis mogen bereiken en eindelijk ook de haven van het eeuwige leven mogen binnengaan. […] Wij smeken u, Heer, verhoor onze gebeden, en maak de weg van uw dienaren veilig en voorspoedig, opdat wij bij al de wisselvalligheden van dit leven, altijd door uw hulp beschermd worden.’
In zijn brief aan De Greeve schreef Reve hem: “Waarde Vader, Ik ben nog nooit een gebed tegengekomen dat mij niet, wegens zijn hebberige toon, met weerzin vervulde. Die weerzin geldt ook uw reisgebed, afgedrukt bij uw meditatie van 28 Augustus. Wie op reis gaat, bestede zijn tijd liever aan bijvoorbeeld het laten controleren van remmen en richtingaanwijzers, dan aan dit infantiel gedoe.”
“Ik zou eigenlijk wel eens een gebed onder ogen willen krijgen, dat God zoekt, in plaats van Hem, om van alles en nog wat, aan Zijn kop te zeuren. Uw gebed heeft, volgens mij, met geloof niets te maken, want waarachtig geloof is belangeloos en vraagt niets, en smeekt zeker geen onheil af over anderen: want het kan niet overal tegelijk mooi weer zijn, en we weten evenzeer dat elke dag, onherroepelijk, een aantal ongelukken gaat brengen. Welnu: als men voor zichzelf goed weer of een veilige tocht afsmeekt, verzoekt men God dus, de naaste met tent en al te laten wegregenen, respectievelijk zich te pletter te laten rijden, want iets in de trant van ‘indien het Uw wil is dat iemand op de weg omkomt, laat mij dat dan zijn’ kom ik in uw gebed niet tegen. Een reisgebed, dat God en mens althans waardig genoemd zou kunnen worden, zou ongeveer als volgt moeten luiden: [ zie hierboven ].”
Met de meeste hoogachting ben ik, uw Gerard Reve.
Greonterp, Friesland, 29.8.1965

Machthebbers

Het in verantwoordelijk gesteld zijn ten opzichte van de bevolking van het land waar je een deel bent van de macht dan wel regering is geen gemakkelijke verantwoordelijkheid zeker niet in de huidige maatschappij en diversiteit van de bevolking en dan praat ik alleen nog maar over Nederland.

Een afbeelding van een schilderij naar Rembrandt van Rijn voorstellende de barmhartige Samaritaan die de gewonde man bij een herberg brengt en de herbergier betaald voor de verzorging van de man.

De Samaritaan was in de ogen van de (kerkelijke) machthebbers een persoon die behoorde tot wat men als minder volk dan wel onbetrouwbaar volk werd beschouwd een behoorlijk vooroordeel zullen we maar zeggen.

Maar deze als minder beschouwde persoon rees boven de gevestigde orde uit door de taak uit te voeren waar de Priester en tempeldienaar zich niet toe wenste te verlagen.

Dus hier is te taak van machthebber uitgevoerd door een persoon waarvan men het niet had verwacht in de samenleving in de tijd van Jezus want dit verhaal is een van zijn gelijkenissen.

De huidige machthebbers zijn niet alleen de overheid maar ook semioverheid en zelfs grote bedrijven die macht tot zich nemen die hen eigenlijk niet toebehoord.

B.v. vergaarde persoonsgegevens verkopen aan andere bedrijven zonder dat u dat weet en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Zij wij volk onder macht dan nu bang geworden of gewoon te onverschillig om de macht aan te spreken of misschien zelfs laf ?.

Op het Centraal station Rotterdam zijn de bankjes (zitplaatsen) verwijderd als een bestrijding van een symptoom van mensen die daar soms hele dagen zaten vermoedelijk daklozen en ontheemden (vluchtelingen/vreemdelingen) enz,enz uit de hal van het station te weren, mensen die een plek zoeken en nodig hebben die kennelijk op andere wijze niet beschikbaar is.

Mensen zonder plek ! uitgeworpen uit onze maatschappij uit het zicht uit de gedachte vergetend wij onze menselijke plicht doen en door die wij kennen onder vele namen geroepen tot het geven van hulp, compassie/barmhartigheid.

Mij Tante Majoor van der Werf van het leger des Heils leerde mijn toen ik vroeg naar de twee S’en op de revers van haar uniform zei ze soep en salvation, eerst de soep betekenend eten, drinken en dak boven het hoofd  daarna kunnen we het gaan hebben over het redden van de ziel.

Mijn professor theologie (oude testament) sprak ik eens over de zonde en wat dat dan inhield zei hij de grootse zonde in misschien niet wat je doet maar wat je nalaat te doe.

Het simpelweg weghalen van de bankjes is ook voor mij een gebruiker van het station en NS abonnement houder een probleem ook omdat ik reeds wat ouder ben, maar mijn probleem zinkt in het niet bij het probleem hen die een plek nodig hebben en waarbij het hen ontnomen wordt.

Mensen uitsluiten en ontdoen van hun menselijkheid/waardigheid kan niet de bedoeling zijn.

Dan rest ons te horen en te doen wat Jezus ons gezegd heeft: Matteüs 25:35

Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op,

Want uiteindelijk zijn wij allen onder de tijd!

Prediker 3

Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel.

Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien.

Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen.

Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen.

Er is een tijd om te beminnen en een tijd om zich te onthouden, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren.

Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien.

Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken.

Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten.

Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede.

Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt?

Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd.

God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft Hij de mens inzicht in de tijd gegeven.

Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden.

Laten wij bidden en en werken laten wij de handen en voeten en de stem zijn van de aanwezige die wij kennen onder vele namen.

Amen

Laat dan de wijsheid regeren en de bankjes op het Centraal Station terug plaatsen of als excuus voor het ongemak betere en comfortabelere bankjes neerzetten als wijsheid en excuus.

 

 

 

 

 

Weet ook niet

‘Nee, ik weet ook niet hoe het zit’

Colet van der Ven
Dit interview is met mijn vrouw Anna (Zelle) Burger gepubliceerd in Trouw maart 2000 en als hoofdstuk in het boek bevochten leven van Colet van de Ven.

‘Op een gegeven moment zei de chef van het bedrijf waar ik al een paar jaar werkte: ‘Ik weet niet wat het is, maar er is iets met jou.’ Ik heb hem later gelijk moeten geven.

De eerste keer dat ik het gevoel had dat er iets niet klopte was op de dag van mijn heilige communie. Iedereen was op zijn paasbest. De meisjes in mooie jurkjes, de jongens in saaie pakjes. Ik wilde geen pakje, ik wilde ook een jurkje. Zo rond mijn twaalfde begon ik stiekem kleren uit de kasten van mijn zusjes te halen. Ik nam ze mee naar mijn kamer en verkleedde me. Mijn moeder moet het geweten hebben, want als ze mijn kamer opruimde vond ze die kleren, maar ze heeft er nooit iets van gezegd.

Na het vwo ben ik naar de landbouwuniversiteit in Wageningen gegaan. Een eenzame tijd. Ik had weinig sociale contacten.Tussen de macho’s op de studentenflat voelde ik me niet thuis. Ik zakte voor mijn propedeuse en liet me omscholen voor een baan in de automatisering. Op die omscholingscursus leerde ik Emke kennen. Ze maakte haar huiswerk bij mij en van het een kwam het ander, we werden verliefd. Achteraf gezien zocht en vond ik in haar datgene wat ik zelf niet had: vrouwelijkheid. Ik vroeg haar bepaalde kleding en oorbellen te dragen die ik -onbewust- zelf wilde dragen.

Al snel raakte ze zwanger en op mijn 22ste zijn we getrouwd. Ik was buitensporig jaloers op haar dikke buik. Ik zei tegen haar: de volgende wil ik baren. Natuurlijk wist ik dat dat niet kon, maar dat verlangen zat zo diep. De jaren na de geboorte van onze zoon waren goede jaren. Ik had op dat moment geen baan en genoot van de omgang met onze oudste. Met Emke was het contact niet altijd even makkelijk. In haar leven was veel misgegaan en dat reageerde ze soms af op mij.

Een paar maanden na ons huwelijk heb ik haar verteld dat ik wel eens vrouwenkleren droeg. Ze reageerde kalm. ‘Als jij dat wilt, moet je dat doen.’ Ik had het idee dat ik in vrouwenkleren mezelf kon zijn, het maakte me rustig. Op mijn werk daarentegen -ik had een baan als programmeur- speelde ik een rol. Ik nam van de mannen om me heen uitdrukkingen en stembuigingen over. Ik wilde een grijze muis zijn, niet opvallen en er op die manier bijhoren. Maar ik hoorde er nooit echt bij.

Op mijn dertigste zag ik een televisiefilm over transseksualiteit en toen is bij mij een lampje gaan branden. Die documentaire vertelde het verhaal van mijn leven. Ik had wel van travestieten gehoord maar niet van transseksuelen, kende het begrip niet, maar herkende alle gevoelens die in de documentaire werden verwoord als de mijne. Ik heb er met Emke over gepraat, ben erover gaan lezen, en naarmate ik er meer mee bezig was groeide het besef dat ik een vrouw in een mannenlichaam was. Toen werd ik bang. Ontzettend bang. Tien jaar geleden heerste nog het idee dat transseksuelen een moeizaam leven te wachten stond. Dat ze hun werk en familie zouden kwijtraken. Ik dacht: ik verlies alles wat me dierbaar is, dat kan ik niet aan. Op dat moment heb ik mijn emoties onderdrukt, diep weggestopt.

Emke had wel begrip voor mijn transseksuele gevoelens, maar ik geloof dat het toch een opluchting voor haar was toen ik zei dat ik er niet aan toe durfde te geven. Dat ik mijn leven met haar zou doorzetten. We hadden inmiddels twee zonen en zij wilde nog graag een derde kind. We woonden in een groot huis, ik had een mooie baan als analist-programmeur, waarom ook niet? Twee jaar later is onze derde zoon geboren.

Intussen bleven dingen uit het verleden spoken in het hoofd van Emke en onze relatie werd moeizamer. In ’96 gingen we met het gezin op vakantie en die week is er bij mij iets geknapt. Zes jaar lang had ik mijn gevoelens van transseksualiteit volledig verdrongen en ontkend, maar tijdens die vakantie schoot de kurk van de fles. Het besef dat ik een vrouw was liet zich niet langer onderdrukken. Voor de angst was ik niet meer bang. Ik wist dat ik zo niet verder kon leven. Ik was al jaren ongelukkiger dan ik me had gerealiseerd. Op dat moment kwamen alle gevoelens naar buiten in eindeloze huilbuien. Emke reageerde gelaten: als het zo is dan is het zo.

Twee dagen later heb ik het de kinderen verteld. Zij waren toen dertien, negen en drie. Ik heb hun uitgelegd dat mijn lichaam niet klopte met mijn gevoel en dat ik een vrouw zou worden. Al was het voor hen niet makkelijk te begrijpen, het gaf geen grote problemen. De oudste woont nu bij mij, de andere twee komen na de vakantie hier wonen. Ik ben en blijf hun biologische vader, dat kan en wil ik niet ontkennen. Die trouwfoto aan de muur maakt deel uit van mijn leven. Al was het misschien niet het leven dat ik wilde, het was wel mijn leven.

Op die vakantie heb ik besloten wat mijn nieuwe naam zou worden: Anna. Mijn eerste doopnaam is Johannes -mijn roepnaam was John- en ik wilde toch iets met dat verleden doen. De vrouwelijke variant van Johannes is Johanna en zo werd het Anna. Ik vond dat die naam bij mij paste.

Al was nu het besluit gevallen om toe te werken naar een geslachtsverandering, ik was van plan om het rustig aan te doen. Ik woog 115 kilo, vond mezelf er absoluut niet vrouwelijk uitzien en besloot eerst af te vallen. Ik ben na de vakantie gewoon aan het werk gegaan maar na een week moest ik concluderen dat er niets uit mijn handen kwam. Ik was alleen maar bezig met het gegeven dat ik niet was wie ik wilde zijn. Ik heb het genderteam gebeld en kon twee weken later op gesprek komen. De arts plaatste me op de wachtlijst voor een psychologisch onderzoek. Wachttijd: een half jaar tot negen maanden. Moeilijk vond ik dat. Eigenlijk tegen beter weten in ben ik de omgeving gaan vertellen dat ik transseksueel was. Men had het mij afgeraden omdat het nog helemaal niet zeker was dat ik hormonen zou krijgen. Maar ik had iets van: ze kunnen me wat, ik ben een vrouw. Mijn ouders reageerden zoals ze mijn hele jeugd hadden gereageerd. Niet merkbaar geschrokken, eerder onverschillig. Van mijn zussen had alleen de oudste er moeite mee. Mijn werkgever wilde niet langer met me in zee. Hoewel mijn collega’s me accepteerden werd mijn jaarcontract niet verlengd.

Ik ben de laatste maanden -voor mijn contract afliep- naar kantoor gegaan in vrouwenkleren. Aanvankelijk kleedde ik me pas om na mijn werk, maar op een gegeven moment werd het voor mij te moeilijk om overdag te leven als man en ‘savonds als vrouw. De tussenoplossing van vrouwelijke bloesjes en vrouwelijke lange broeken heb ik welgeteld vier dagen volgehouden. Toen heb ik de knoop doorgehakt en ben ik als vrouw gaan leven. Vanaf dat moment was mijn angst weg. Als eerste heb ik een permanentje genomen. Natuurlijk riep mijn verschijning reacties op en niet alleen achter mijn rug. Maar als je je niet al te nerveus of onzeker gedraagt valt het ook wel mee.

Ik voerde gesprekken met het genderteam en in februari ’97 kreeg ik te horen dat ik toestemming had om te beginnen met hormonen. Dat was zo’n fantastisch bericht. Ik zou ook lichamelijk een vrouw worden. Een maand later ben ik begonnen en in de zomer zat ik topless in de tuin te zonnen. Het was pijnlijk om borsten te krijgen maar ook mooi. Ik was apetrots. De vraag of het uiteindelijke resultaat esthetisch perfect zou zijn hield me niet zo bezig. Ik had en heb de overtuiging dat uiterlijk niet bepalend is. Je gedrag en houding zijn minstens zo belangrijk. En ik wist dat ik een vrouwelijke uitstraling had.

Door de geslachtsverandering werden Emke en ik gedwongen te scheiden want een huwelijk van twee mensen van hetzelfde geslacht is bij de wet verboden. We wilden aanvankelijk blijven samenwonen maar zagen daar in tweede instantie vanaf omdat de problemen tussen ons te hoog opliepen. Emke trok zich niks van mij aan, had geen belangstelling voor me. De dag dat ik te horen zou krijgen of ik met hormonen mocht beginnen, belde ze me niet op. Ze vroeg er niet naar toen ze thuis kwam. Er gebeurde zoveel in mijn leven, maar het leek niemand wat te kunnen schelen. Dat was zwaar. Te zwaar. In april ’98 ben ik opgenomen omdat ik een overdosis medicijnen had geslikt. Ik wilde niet dood, ik wilde rust. Ik vreesde dat de operatie uitgesteld zou worden vanwege de zelfmoordpoging, maar de artsen verzekerden me dat dat niet zou gebeuren.

In de zomer ben ik verhuisd, ik vond tijdelijk werk en toen hoorde ik dat er een operatiedatum was gepland. Ik kon wel huilen van geluk. Oktober ’98 ben ik geopereerd. Ik was bang omdat ik niet wist wat er zou gebeuren maar vooral opgelucht: Het was zo ver. Toen ik bijkwam uit de narcose realiseerde ik me dat mijn leven als man achter de rug was. Ik kon het nauwelijks geloven.

De maanden die volgden waren vreemde maanden. Tot aan de operatie was ik op die gebeurtenis gefocust, dat was het enige, ‘als die maar achter de rug was’. Ik had gedacht dat ik er dan zou zijn. En toen was de operatie achter de rug en ik een vrouw en begon het allemaal pas. Ik moest leren inhoud te geven aan mijn vrouwelijke identiteit. Ik moest opnieuw mijn houding en mijn zelfbeeld bepalen. Ik werd geconfronteerd met mensen die mij niet accepteerden. Ze zeiden van wel maar uit alles bleek dat ze het niet meenden. Ik vond het uitermate moeilijk om verschillende malen bij sollicitaties te worden afgewezen vanwege mijn geslachtsverandering. Dat kwam allemaal op me af. En werd me teveel. Ik heb een aantal suicidepogingen gedaan. Achteraf denk ik dat het allemaal te snel gegaan is. Alles bij elkaar heeft het hele proces, van die ene beslissende vakantie tot aan de operatie, nauwelijks twee jaar geduurd.

Voor een vrouw ben ik lang en tamelijk fors. Ik val dus wel op maar dat doet me vrij weinig. Ik verlang niet terug naar dat grijze muizige bestaan van vroeger. Ik heb inmiddels weer een baan -ik werk als systeembeheerder op het gemeentehuis- en een vriend. Ik heb hem drie weken voor mijn operatie via internet leren kennen. Hij sprak me ‘smaandags aan, kwam die zaterdag en sindsdien is er geen weekend voorbijgegaan dat we niet samen zijn. Bij hem was het liefde op het eerste gezicht.

Bij mij is het ook wel liefde maar toch anders. We hebben een half jaar samengewoond, dat beviel me niet zo. Er zijn een aantal verlangens die we niet voor elkaar kunnen vervullen. Hij is zeventien jaar jonger dan ik en wil graag vader worden over een aantal jaar. Mocht een van ons iemand anders tegenkomen dan zullen we elkaar vrijlaten. Want mijn diepste verlangen is toch huisje, boompje, beestje. Ik hoop nog een keer de ware Jacob te ontmoeten. Ik heb er altijd van gedroomd om in een witte trouwjurk de trap af te komen. Ik ben er trut genoeg voor om dat te willen.

Al is het niet altijd makkelijk, ik heb geen spijt van mijn beslissing. Ik ben nu wie ik ben. En daar gaat het om. Als je je vrouw voelt in een mannenlichaam of man in een vrouwenlichaam, pas dan je lichaam maar aan aan je gevoel. En vraag me verder niet hoe het zit, want ik begrijp het zelf ook niet. Het is niet te begrijpen.’

‘Nee, ik weet ook niet hoe het zit’

Het is allemaal zo vanzelfsprekend, leven. Je ademt, je eet, je drinkt, je doet, je denkt. En als alles goed is, ga je daar járen mee door. Ziekte of tegenslag zet soms de zaken op hun kop; zo vanzelfsprekend is het allemaal niet. Maar de mens is veerkrachtig en hervindt zijn ritme. Toch zijn er situaties waar de veerkracht amper nog tegenop kan, een verlies of tekort dat heel het leven stempelt. Maar zelfs dan is er de drang om door te gaan. Met ademen, eten, drinken, doen en denken. Anna Burger (39) wist al jong dat ze anders was.

Maar de consequenties daarvan brachten eerst vooral paniek.!